Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tandenknarsen

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
tandenknarsen	grind one’s teeth	grinci per la dentoj
knarsen (piepen; knersen)	creak ; gnash ; grate ; grind	grinci
🔗 Ze hoorde opnieuw grind knarsen.
knarsen (knerpen; knersen; kraken; krassen)	creak ; grate	knari
🔗 Met deze woorden draaide hij de kruk om, zodat de deur knarsend opendraaide.
tand	tooth	dento
🔗 Laat een ander er zijn tanden in zetten.
tand	cog	dento

Dutch	English
tandenknarsen	⇆ gnash one’s teeth
knarsen	⇆ craunch; ⇆ creak; ⇆ crunch; ⇆ gnash; ⇆ grate; ⇆ gride; ⇆ rasp; ⇆ scrunch; ⇆ grind
tand	⇆ cog; ⇆ jag; ⇆ prong; ⇆ tooth; ⇆ tine; ⇆ spike; ⇆ sprocket; ⇆ tusk