Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word suikerziekte‐
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (diabetes; suiker) | ||
🔗 Als u suikerziekte heeft, dan moet u Nevanac 6 maanden lang (3× per dag) druppelen. | ||
🔗 Zij gaf ons suiker en tilde toen het dienblad op. | ||
| (diabetes; suikerziekte) | ||
🔗 De dokter zegt dat ik suiker heb, dat mijn alvleesklier naar de knoppen is en dat mijn lever ook vol met gaten zit. | ||
disease ; ; sickness | ||
🔗 En tegen brand en ziekte is hij ook verzekerd! | ||
| (kwaal) | ; ; | |
| Dutch | English |
|---|---|
| suikerziekte‐ | ⇆ diabetic |
| suikerziekte | ⇆ diabetes |
| suiker | ⇆ sugar; ⇆ diabetes |
| ziekte | ⇆ ailment; ⇆ blight; ⇆ disease; ⇆ distemper; ⇆ ill‐health; ⇆ illness; ⇆ malady; ⇆ sickness |