Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word sterf‐
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(verscheiden; overlijden) | decease | |
🔗 Hij stierf op 9 januari 1642. | ||
(de kraaienmars blazen; doodgaan; de geest geven; heengaan; verscheiden; het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen) | ||
🔗 En als jij nu als eerste sterft? |
Dutch | English |
---|---|
sterf‐ | ⇆ mortuary |
sterven | ⇆ death; ⇆ decease; ⇆ die; ⇆ give up the ghost; ⇆ cross the Styx; ⇆ go west; ⇆ quit the scene |