Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word steenweg
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(baksteen; tichel) | ||
🔗 Reith gooide een steen door de poort. | ||
🔗 Aan de andere kant ervan lag een grote stad van steen waarvan een groot gedeelte was aangetast door de tijd. | ||
🔗 Er is altijd wel een of andere miljonair te vinden die de steen clandestien wil kopen. | ||
🔗 Te oordelen naar het geluid dat het wezen maakte, bestond het nog steeds uit steen, zij het dan levende steen. | ||
(baan) | ||
🔗 Je kan hem overal verloren hebben op de weg. | ||
(heen; voort; verwijderd; henen; uit) | ; | |
; | ||
; ; ; pathway ; | ||
🔗 President Trump baande zich een weg naar de kerk. | ||
; | ||
🔗 Er was geen weg terug. | ||
(route) | ||
🔗 Hij vroeg de weg naar Lyon. |
Dutch | English |
---|---|
steenweg | ⇆ paved road |
steen | ⇆ brick; ⇆ stone |
weg | ⇆ avaunt; ⇆ avenue; ⇆ away; ⇆ course; ⇆ done for; ⇆ gone; ⇆ haul; ⇆ inlet; ⇆ lost; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ path; ⇆ pathway; ⇆ road; ⇆ way; ⇆ track; ⇆ route; ⇆ tract; ⇆ out of the way |