Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word steenboor

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
steenboor
(mijnboor; schedelboor)
trepan
🔗 Houwelen en allerlei boren waren ononderbroken in beweging.
(borium)
boron
🔗 Uitzonderingen hierop vormen de elementen koolstof en boor, die een zeer hoog smeltpunt bezitten, en het element broom, dat vloeibaar is.
(baksteen; tichel)
🔗 Reith gooide een steen door de poort.
🔗 Aan de andere kant ervan lag een grote stad van steen waarvan een groot gedeelte was aangetast door de tijd.
🔗 Er is altijd wel een of andere miljonair te vinden die de steen clandestien wil kopen.
🔗 Te oordelen naar het geluid dat het wezen maakte, bestond het nog steeds uit steen, zij het dan levende steen.

DutchEnglish
steenboor rock‐drill; stone bit
boor auger; borer; brace and bit; drill; piercer; taster; corer; boron
steen brick; stone