Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word slonzigheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
slovenly
🔗 Hij daalde af naar de gelagkamer, at een bord pap dat hem werd voorgezet door een slonzige dochter van de herbergier, en ging naar buiten om op een bank te zitten, in de hoop een glimp van het meisje op te vangen.

DutchEnglish
slonzigheid slovenliness
slonzig slovenly; sluttish; dishevelled; dowdy; frumpish; frumpishly; frumpy; grubby; tacky; slatterny; sleazy; frowzy