Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schouder

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De politiechef wierp een ongeruste blik over de schouder.
(schokschouderen);
🔗 Zap 210 haalde fatalistisch haar schouders op.
broad‐shouldered
larĝeŝultra
🔗 De ander was een breedgeschouderde man met een merkwaardig uitdrukkingloos gezicht.
schouderband
; ;
stole
schouderbedekking
epaulet
schouderblad
shoulderblade

DutchEnglish
schouder⇆ shoulder
breed van schouders⇆ broad‐shouldered
de schouders eronder zetten⇆ put one’s back into it
de schouders ophalen⇆ shrug one’s shoulders; ⇆ give a shrug
op de schouder nemen⇆ shoulder
op de schouders nemen⇆ shoulder
schouder aan schouder staan⇆ stand together; ⇆ stand shoulder to shoulder
zijn schouders eronder zetten⇆ put one’s shoulder to the wheel; ⇆ set one’s shoulder to the wheel
breedgeschouderd⇆ broad‐shouldered
linkerschouder⇆ left shoulder
schokschouderen⇆ shrug one’s shoulders
schouderband⇆ baldric; ⇆ shoulder‐strap
schouderbedekking⇆ shoulder‐strap
schouderblad⇆ blade‐bone; ⇆ omoplate; ⇆ scapula; ⇆ shoulderblade
schouderbreedte⇆ breadth of shoulder
schouderduw⇆ shoulder charge
schouderen⇆ shoulder
schoudergewricht⇆ shoulder‐joint
schouderklopje⇆ pat on the back
schoudermantel⇆ cloak
schoudermanteltje⇆ tippet
schouderophalen⇆ shrug; ⇆ shrug of the shoulders
schouderstuk⇆ chuck steak; ⇆ shoulder; ⇆ shoulder‐strap; ⇆ yoke; ⇆ shoulder‐piece
schoudertas⇆ shoulder‐bag
schoudervulling⇆ shoulder pad