Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word scheidend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(afscheiden; afzonderen; schiften) | divide ; ; | |
🔗 Het is nauwelijks mogelijk om jou van hem te scheiden, zelfs wanneer hij naar een geheime vergadering wordt geroepen en jij niet. | ||
🔗 Hij keek haastig over zijn schouder en schatte de afstand die hem nog van de Frisco scheidde. | ||
(uiteengaan) | ||
demarcate ; divide ; | dislimi | |
get a divorce | eksedziniĝi | |
🔗 Voormalig K3‐zangeres Karen Damen gaat scheiden van haar man Antony Van der Wee. | ||
get a divorce ; divorce | ||
🔗 Zal Caroline het je lastig maken als ze hoort dat je wilt gaan scheiden? | ||
Dutch | English |
---|---|
scheidend | disjunctive |
scheiden | abstract; come away; decompose; demarcate; detach; disassociate; disconnect; disengage; disengagement; disjoin; dissever; dissociate; dissolve; disunite; divide; divorce; get a divorce; part; part company; sunder; separate; sever |