Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ranselen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(afdrogen) | clatter ; buffet | |
🔗 Waarom mocht ik hem niet afranselen? | ||
(aframmelen; aftuigen; beuken) | thrash ; whack | |
beat up ; flog ; thrash ; whack | bastonadi | |
(afrossen) | thrash | |
(slaan) | bashing ; beating ; buffetting ; battery | |
🔗 Het afranselen van die kerel zou ons de weg naar Cedrics huis niet hebben gewezen en zou aanleiding tot een twist tussen u en hem zijn geworden wanneer wij zelf de weg hadden gevonden. |
Dutch | English |
---|---|
ranselen | ⇆ bang; ⇆ drub; ⇆ flail; ⇆ flog; ⇆ fustigate; ⇆ lick; ⇆ slash; ⇆ thwack; ⇆ wallop; ⇆ whack; ⇆ whop |
afranselen | ⇆ slosh; ⇆ slug; ⇆ bang; ⇆ do over; ⇆ flog; ⇆ lam; ⇆ larrup; ⇆ lather; ⇆ lick; ⇆ swinge; ⇆ whack; ⇆ rough up; ⇆ thrash; ⇆ beat up; ⇆ swish; ⇆ whop |