Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word programmeur

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
programmeur	programmer	programisto
🔗 Weer keken de beide programmeurs elkaar bezorgd aan.
computerprogrammeur	computer programmer	komputerprogramisto
programmeren	programme	programi
🔗 Ik heb persoonlijk alle computers geprogrammeerd die het leven daar regelen.

Dutch	English
programmeur	⇆ programmer
programmeren	⇆ programme