Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word praatjes voor de vaak
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| ; hearsay | ||
| (dikwijls; menigmaal; veel; veelal; veelvuldig; frequent) | frequently ; ; oftentimes | |
🔗 Als kind zwom ik hier vaak. | ||
🔗 De knecht had de vaak nog in de ogen, en uit zijn slordig aangeschoten kamerjas stak het ochtendblad. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| praatjes voor de vaak | ⇆ idle talk |
| praatje | ⇆ confab; ⇆ confabulation; ⇆ fable; ⇆ gossip; ⇆ patter; ⇆ talk |
| vaak | ⇆ frequently; ⇆ oft; ⇆ often; ⇆ oftentimes; ⇆ ofttimes; ⇆ sleepiness |