Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word portierswoning

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(conciërge)
porter
;
door‐keeper
;
hall‐porter
;
🔗 De portier schrok op en legde zijn krant neer.
(behuizing); ;
🔗 De drie doden werden aangetroffen in een woning.

DutchEnglish
portierswoning gate‐house; lodge
portier commissionaire; door; door‐keeper; doorman; gateman; hall‐porter; janitor; porter; usher; car door; lodge‐keeper; doorwoman; portress
woning abode; dwelling; dwelling‐place; habitation; house; lodging; mansion; place; residence; tenement; abidance