Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word plannen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ontwerpen); ;
🔗 Hij plande zijn kroning en besloot jou uit de buurt te houden tot die achter de rug was.
(ontwerp; opzet; programma)
design
; ;
plane
;
🔗 Het plan voorziet in de aanleg van een aantal kanalen en ondergrondse waterleidingen.
(blauwdruk; ontwerp; project); ;
design
🔗 Wat is je eigen plan?
(ontwerper)
designer
🔗 De planner van de aanslagen in Parijs, Abdelhamid Abaaoud, is inderdaad gedood bij de politieactie van woensdagochtend in Saint‐Denis.

DutchEnglish
plannen chart; plan; schedule; slate; timetable
gepland scheduled
plan blueprint; design; device; excogitation; plan; plane; project; scheme; intention; map
planbureau planning office
planning planning