Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word opensplijten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De deur is open, maar niet voor lange tijd.
(onverholen; rondborstig);
overt
(leeg; onbezet; vrij);
(onbedekt)
🔗 Het postkantoor was nog open.
(doorklieven; klieven; kloven); ;
rend
🔗 Het hout is licht en kan goed gespleten worden.
(barsten; bersten; scheuren)

DutchEnglish
open above‐board; barely; blank; bleak; demonstrative; exposed; free; ope; open; open‐ended; openly; overt; patent; sliding; sore; unsealed; up‐front; vacant
splijten slit; chap; chink; cleave; fissure; rend; rive; split; scission

The word opensplijten could not be translated into the selected target language by us.