Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word opeisbaar

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(eisen; vorderen)
(opvorderen; opvragen)
reclaim
repostuli
🔗 „Ja,” zei Waldemar Fitzurse, „deze ridder zal kasteel en landgoed wel opeisen, dat hem door Richard is toegewezen en dat naderhand door de edelmoedigheid van uwe hoogheid aan Front‐de‐Boeuf werd gegeven.”

DutchEnglish
opeisbaar claimable
opeisen claim; claiming; summon to surrender