Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word opbeuren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beuren; opheffen; optillen; oplichten; omhoogheffen)
lever
; ; ;
elevate
;
heave
;
hoist
;
(bemoedigen);
hearten
;
🔗 De eerstvolgende dagen sprak Usher geen woord meer over haar en ik waagde het ook niet haar naam te noemen maar deed wat ik kon om mijn vriend op te beuren.
(troosten; vertroosten)
comfort
;
console
🔗 De voorman probeerde haar op te beuren.
(heffen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; opbeuren; omhoogheffen)
; ;
🔗 De afspraak was dat hij voor elk lam dat geboren werd, vijftien penningen zou beuren, maar voor elk schaap dat zoek raakte, vijftien penningen zouden worden afgetrokken.
(uitgeput; uitverkocht)
exhausted
spent
elspezita
worn
🔗 De benzine zal op zijn.
(verbruikt)
used up
🔗 Als die op waren, was het wapen waardeloos.
(aan; jegens; met; om; te; tot; voor; bij); ; ; ;
🔗 Wie kan dat op deze afstand zeggen?
(naar boven; omhoog)
(aan; boven op); ; ; ;
🔗 Ik keek op de wijzerplaat.
(binnen; in; per; te; van; aan);
🔗 Over een half uur worden we op het paleis verwacht.
(uit; van); ;
(aan; bij; naar; tegen; tot; voor; naar … toe);
🔗 Ze wees op de volle planken.
(om; voor)
🔗 En toen nu alles op een mogelijk gevecht werd voorbereid, vonden de jongens de verschijning dier zeereuzen niet meer leuk.
(aan; bij); ;
🔗 Op de hoek botste een man tegen mij op, die van de andere kant kwam en mij niet gezien had.
(aan; betreffende; in; met; naar; omtrent; over; van; voor); ; ;
🔗 Geef een duidelijk antwoord op de vraag!
(langs; naar; volgens); ;
🔗 Er staat weinig wind en in het donker kunnen we op de sterren varen.
(bij; in; onder; met);
🔗 En met wat meer geluk zie je op je wandeling spechten, boomvalken, dassen, haviken, heel veel libellen en zangvogels als bijvoorbeeld boomklevers.
(aan; jegens; met; tegen; tegenover; voor)
🔗 De Israëlische luchtmacht voert steeds meer luchtaanvallen uit op de Gazastrook.

DutchEnglish
opbeuren cheer; cheer up; comfort; console; lift up; relieve
beuren lift; lift up; receive
op all in; along; at; broken‐down; by; clapped‐out; dead; done; exhausted; frazzled; gone; in; knocked up; on; onto; out; to; up; upon; spent; run‐down; on top of; washed up; after; at an end; all gone; worn out; worn; with respect to