Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word op zijn neus kijken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(toekijken; uitkijken; zien) | ; | |
🔗 Ze liep naar de badkamer en keek in de spiegel. | ||
fore ; forefront | ||
🔗 Hij stond op de neus en probeerde door het regengordijn heen te kijken. | ||
🔗 Voor Dolf kon reageren, raakte de man hem vol op de neus. |
Dutch | English |
---|---|
op zijn neus kijken | ⇆ look blank; ⇆ look foolish; ⇆ look silly; ⇆ look small |
kijken | ⇆ glance; ⇆ look; ⇆ peek; ⇆ peep; ⇆ peer; ⇆ view; ⇆ watch; ⇆ see; ⇆ have a look |
neus | ⇆ hooter; ⇆ neb; ⇆ nose; ⇆ nozzle; ⇆ pecker; ⇆ proboscis; ⇆ toe; ⇆ toe‐cap |