Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onkruid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Soms reed de wagen langs open plekken waar alleen onkruid groeide.
(kruiderij; specerij);
seasoning
🔗 Vertel mij over uw vaardigheid met kruiden.
(herbicide; onkruidverdelger; onkruidverdelgingsmiddel)
(herbicide; onkruidbestrijdingsmiddel; onkruidverdelgingsmiddel);
(herbicide; onkruidbestrijdingsmiddel; onkruidverdelger)
🔗 Het was intussen duidelijk dat de dunk die de politiechef van de wetenschap had, te laag was, want de geleerden deden hun best en waren onmiddellijk in groepjes van twee met het zoeken naar een nieuw onkruidverdelgingsmiddel begonnen.

DutchEnglish
onkruid cockle; weed; weeds
onkruid vergaat niet ill weeds grow apace
akkeronkruid agricultural weed
kruid herb
onkruidbestrijdingsmiddel herbicide
onkruidverdelger weed‐killer; herbicide
onkruidverdelgingsmiddel herbicide