Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ongelovigheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
incredulous
🔗 Niamh keek mij met ongelovige ogen aan.
🔗 „Heb jij dan een bevel tot huiszoeking?” vroeg hij ongelovig.

DutchEnglish
ongelovigheid incredulity
ongelovig faithless; faithlessly; incredulous; infidel; irreligious; miscreant; unbelieving; tongue in cheek; incredulously