Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ondertrouw

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(tussen); ; ;
🔗 Onder de doden zijn negen Indonesiërs en vier Chinezen.
(minder dan)
malpli ol
(beneden; onder … door); ; ;
🔗 Er zit echter een addertje onder het gras.
(bij; gedurende; in; tijdens; met; op)
🔗 Onder het rijden liet hij zijn gedachten over de kwestie gaan.
faithful
🔗 Het is wel duidelijk dat hij zijn leven te danken heeft aan zijn trouwe hond Snuf.
(getrouwheid);
faithfulness
;
fidelity
; ;
(getrouw; loyaal)
faithful
; ; ;
trusty
(getrouwheid; loyaliteit); ; ;
🔗 Vergeet mijn trouw niet!
(getrouw)
faithfully
fidele
🔗 En Mowgli gehoorzaamde trouw.
loyally
🔗 Ik zal u trouw dienen.
(in de echt verbinden; uithuwen);
(in het huwelijk treden)
get married
; ;
🔗 Je zuster trouwt deze winter.
(in de echt verbinden; uithuwen; tot vrouw nemen); ;
take to wife
(in het huwelijk treden; huwen)
get married
; ;
🔗 Het was dan ook in Rolands eigen belang spoedig te trouwen en voor een erfgenaam te zorgen.
(in het huwelijk treden)
get married
; ;
🔗 Dat hoort zo, en dat heb je beloofd toen we trouwden.
(in de echt verbinden);
(huwen met)
get married to
🔗 Waarom trouw je haar dan niet?
(huwen met)
get married to
edziniĝi al
🔗 Ze heeft hem natuurlijk om zijn geld getrouwd en denkt aan niets anders dan aan kleren en juwelen.

DutchEnglish
ondertrouw betrothal
onder amid; amidst; among; amongst; below; beneath; down; during; neath; to; under; underneath; while; in
trouw adherence; allegiance; consistency; constancy; constant; faith; faithful; faithfully; fealty; fidelity; leal; liege; loyal; loyalty; troth; trusty; stalwart; stanch; steadfast; truly; true; regular; loyally; faithfulness; marriage
trouwen get married; lead to the altar; make a match; marry; wed; splice; settle down to married life; settle down in life; take to wife