Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onbeschaamde leugen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(onwaarheid);
🔗 Het is een leugen!
(brutaal; driest; schaamteloos)
brazen
;
impudent
;
unabashed
🔗 Maar zíjn gedrag was onbeschaamd!

DutchEnglish
onbeschaamde leugen barefaced lie
leugen bounce; bouncer; falsehood; lie
onbeschaamd audacious; barefaced; bold‐faced; brassy; brazen; brazen‐faced; cheeky; graceless; impertinent; impudent; impudently; insolent; insolently; unabashed; unashamed; uppish; bold