Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word notabel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aanzienlijk; eminent; voornáám) | eminent ; distinguished ; ; august ; brilliant ; exemplary | |
🔗 De dreigende bouw van een villawijk in de bossen van de buitenplaats Eyckenstein bracht destijds een aantal Utrechtse notabele heren in het geweer. | ||
; personage ; personality ; VIP | ||
🔗 Maar natuurlijk wacht ik totdat het eerste contact gelegd is door een notabele. |
Dutch | English |
---|---|
notabel | ⇆ notable |
notabele | ⇆ notability; ⇆ notable |