Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word netwerkbeheerder

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(administrateur; bestuurder; bewindhebber; bewindvoerder)
manager
;
(administrateur; bestuurder)
🔗 Ik ben de beheerder van dit gebouw.
(net)
(net)
🔗 Hoe groot is de door het net geleverde energie als de motor 8 uur in bedrijf is?

DutchEnglish
netwerkbeheerder network administrator
beheerder administrator; curator; custodian; manager; steward; trustee; director
netwerk grid; meshes; netting; network; meshwork; tracery