Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word luidspreker
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Hij zweeg gebroken en in de invallende stilte klonk een akelig lachje uit de luidspreker. | ||
(hard; hardop; luide) | ; ; | |
🔗 Toch lachtte hij luider dan enig ander en liet niet merken wat er in hem omging. | ||
(hard) | ||
🔗 Het is het luidste geluid ooit gemeten onder vissoorten. | ||
(box) | ||
🔗 De spreker vervolgde zijn toespraak. | ||
lecturer ; | ||
🔗 Want wat is dat voor een spreker, die ƒ 25,— voor een lezing vraagt? |
Dutch | English |
---|---|
luidspreker | ⇆ loudspeaker; ⇆ speaker |
luid | ⇆ aloud; ⇆ clamorous; ⇆ loud; ⇆ loudly; ⇆ vocal |
spreker | ⇆ lecturer; ⇆ orator; ⇆ speaker; ⇆ talker |