Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word lopend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
lopende band | assembly line | |
(stromen; vlieten; vloeien) | ||
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep. | ||
(benen) | ||
🔗 Elak vermande zich en liep het water in. | ||
(stappen; treden) | paŝi | |
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten. | ||
(gaan; te voet gaan) | piediri | |
(tippelen; wandelen) | go for a walk ; stroll ; take the air |
Dutch | English |
---|---|
lopend | current; cursive; ongoing; running; walking |
als een lopend vuurtje | like wildfire |
de lopende zaken | current affairs; the business of the day |
lopend commentaar | running commentary |
lopende band | assembly line; conveyer belt; production line; conveyer |
lopende over | covering |
lopende patiënt | ambulant patient |
lopende rekening | charge account; current account; outstanding claim; open claim |
lopende schulden | running debts; outstanding debts |
lopend schrift | cursive |
lopend want | running rigging |
zich als een lopend vuurtje verspreiden | spread like wildfire |
kortlopend | short‐term |
lopen | bear; course; gait; go; hoof it; range; tread; walk; run; running; travel; trend; walking; water |
snellopend | high‐speed; fast |