Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word liggen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Alleen hun doden lagen er nog. | ||
be situated ; ; | ||
🔗 Daar liggen grote steden. | ||
lie down | ||
🔗 Wilt u daar gaan liggen? | ||
op sterven liggen (zieltogen) | be near death ; ; be in agony ; be dying ; be at the point of death | |
(in de clinch liggen met) | be at odds with | kvereli kun |
🔗 Prigožin lag de afgelopen weken overhoop met het Kremlin, omdat hij vond dat Moskou zijn huurlingenleger te weinig munitie gaf. | ||
be obvious | esti evidenta | |
🔗 Dat ligt voor de hand, nietwaar? | ||
lie bare | esti nekovrita | |
lying | ||
(ankerplaats) | moorage ; mooring ; | |
(couchette; kooi) | ||
🔗 Ondanks zijn ongerustheid en zijn ongemakkelijke ligplaats viel hij spoedig in slaap. | ||
; divan | ||
🔗 Vlak bij haar, op een ligstoel, lag Victor te rusten. | ||
🔗 Je lijkt niet al te zeer onder de indruk van het feit dat hij hier dood neerligt. |
Dutch | English |
---|---|
liggen | bear; be situated; couch; interposition; intervene; lie; lie up; sit; suit |
aan mij zal het niet liggen | it will be through no fault of mine; it won’t be my fault |
als het aan mij lag | if I had any say in the matter |
dat ligt me niet | it does not suit me; it’s not in my line |
de wind is gaan liggen | the wind has abated |
gaan liggen | abate; couch; drop; go down; lie down; lie up; lull; subside; subsidence; have a lie‐down; take to one’s bed |
goed op de weg liggen | hold the road well |
het geld hebben liggen | have the money ready |
het ligt niet in zijn aard | it’s not in him |
iets nog hebben liggen | have something in store; have something on hand |
in bed liggen | lie in bed; be in bed |
laat dat liggen! | leave it there!; leave it alone! |
lager liggen | be lower |
liggen aan | depend on; lie with |
liggen te slapen | lie sleeping |
onder de groene zoden liggen | push up the daisies |
op het oosten liggen | have an eastern aspect; face east |
overhoop liggen met | be at odds with; be in a mess with; tangle with; be at variance with |
voor de hand liggen | be obvious |
waar ligt het aan? | what may be the cause? |
wakker liggen van | lose sleep over |
wat langer blijven liggen | remain in bed a little longer |
achterliggen | lag behind; trail; trail behind |
blootliggen | lie bare; lie open |
doorliggen | get bedsores; become bedsore |
gelegen | convenient; opportune; seasonable; situated; lying |
gereedliggen | be ready; lie ready |
inliggend | enclosed |
klaarliggen | lie ready |
ligbad | bath |
ligdag | lay‐day |
liggeld | dock‐dues; demurrage |
liggend | couchant; flat; lying; prostrate; recumbent; turn‐down |
ligkuur | rest‐cure |
ligplaats | berth; berthage; moorage; mooring; moorings |
ligstoel | sun‐lounger; reclining‐chair; lounge‐chair |
ligweide | sun‐bathing area |
neerliggen | lie down |
onderliggen | lie under; be worsted |
openliggen | lie open |
overliggen | be on demurrage |
vastliggen | lie firm; be chained up; be tied up; be locked up; be moored |
verliggen | spoil; get spoiled; shift; move |
vooroverliggen | proneness; lie prostrate |