Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word leerhuid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dierevel; pels; vacht; vel); ; ;
🔗 Hun kledij was gemaakt van de huiden van vogels en het dorp scheen maar weinig beschaafde gemakken te bieden te hebben.
(vel);
🔗 Hij nam haar in zijn armen en liep zo naar buiten, zich bewust van de warmte van haar huid en de zachtheid van haar soepele jonge lichaam tegen het zijne.
(doctrine; geloofsleer)
doctrine
;
tenet
🔗 Dat zijn allemaal ketters en hun leer is vals!
(leder)
🔗 Voor het altaar lagen twee zakken van oud leer.

DutchEnglish
leerhuid true skin
huid coat; fell; hide; pelt; skin
leer apprenticeship; doctrine; ism; leather; teaching; teachings; tenet; ladder; theory