Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word laden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(opladen);
ŝargi
🔗 Waarom was het pistool niet geladen?
(beladen);
🔗 Het toestel was boordevol geladen met voedsel, gereedschap, medicamenten en dergelijke.
(downloaden)
🔗 Een filmpje dat tien seconden duurt om te laden, wordt door de helft van de bezoekers niet bekeken.
(lossen; uitladen)
unload
(laden)
burden
; ;
low loader
cignokola postveturilo
🔗 Er waren vier bulldozers nodig om de bultrug op een dieplader te leggen.
recharge
;
reload
🔗 Traz herlaadde zijn wapen en wierp meer hout op het vuur.
(container)
container
;
freight container
(lastlijn)
Plimsoll line
(la)
drawer
🔗 Hij trok een andere lade open en haalde er een nieuw pakje uit, dat leeg was.
(afschieten)
discharge
🔗 De inzittenden van de auto waren met stomheid geslagen en ontlaadden hun geweren.
(laden);
ŝargi
trans‐ship
🔗 Al meer dan de helft van het zilver was reeds overgeladen en de Vlo vuurde zijn mannen tot grotere spoed aan.
(overbelasten)
overburden
;
overload
troŝarĝi
(afladen; lossen)
unload
shift onto
;
trans‐ship
(dempen; spekken; stoppen; vólmaken; vullen);
fill in
;
fill up
;
imbue
;
permeate
🔗 Hij was weldra volgeladen met al de kisten van mijn oom.

DutchEnglish
ladencharge; download; freight; lade; load; loading; prime; priming; take in cargo
achterladerbreech‐loader
afladendischarge; unlade; unload; unpack
beladenburden; burthen; charge; fraught; freight; lade; load; pile; laden
bijladenfill up; recharge
diepladerlowboy; low loader; low‐bed; float
geladencharged; live; loaded; tense
herladenrecharge; reload
inladenentrain; load; put on board; ship
laadbakplatform; body
laadboomderrick
laadkistcontainer; freight container
laadlijnPlimsoll line
laadplaatsloading‐berth
laadruimcargo hold
laadruimteholding capacity; tonnage; cargo capacity
laadsteigerloading stage
laadstokrammer; ramrod; gun‐rod; gun‐stick
laadvermogencarrying capacity
ladebatten; drawer; till; stock
ontladendischarge; offload; unlade; unload
opladenload; recharge; charge
overládenoverload; overburden; overstock; overcrowd; surcharge; clog; congested; glut; load; ornate; overcharge; overdone; overladen; overwrought
óverladentrans‐ship; transfer; reload; reship
uitladendetrain; unload; discharge
verladenship