Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word knor

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Nou, hoe noem je die knorrende beesten zolang zij op vier poten rondlopen?
snore
;
🔗 Na een uurtje of twee knort onze maag.

DutchEnglish
knor gristle; grunt
knorren krijgen get a scolding
knorren chide; grumble; grunt; purr; growl