Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kleinmoedig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(blohartig)
pusillanimous
etkuraĝa
(luttel; min; gering);
🔗 De kleine man vloekte.
minor
minora
🔗 Ga jij vliegen met kleine kinderen?
🔗 Een kleine groep Nepalezen vecht aan Oekraïense zijde.
🔗 De kleine waarde van de gravitatieconstante verklaart waarom er tussen voorwerpen in het dagelijks leven geen aantrekkingskracht wordt waargenomen.
(dapper; flink)
courageously
🔗 Volg mij moedig en help mij die uitvalspoort in de buitenmuur van het kasteel te veroveren.
(dapper; kloek; flink; kloekmoedig);
courageous
;
valiant
(dapper)
courageous
maltima
(dapper; ferm; stoutmoedig)
courageous
sentima
boldly
sentime
🔗 Heer Ollie sprong op en begon zich voorzichtig terug te trekken, maar zijn gastvrouw liep moedig op de woesteling toe.

DutchEnglish
kleinmoedig fainthearted; pusillanimous; timid
klein small‐time; baby; bare; cheap; cramped; diminutive; exiguous; little; minor; minute; narrow; nominal; petty; puny; small; tiny; wee; weeny; scrubby; short; tiddly; slight; vest‐pocket
moedig brave; courageous; courageously; gallant; greathearted; gutsy; high‐spirited; manful; manfully; pluckily; plucky; valiant; valorous; spirited; spunky; stoutly