Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word karrepaard
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(wagen) | ||
🔗 De priesteressen zaten voor hun kar te mompelen. | ||
🔗 Je kunt kiezen uit een paard, een loper, een toren en een dame. | ||
🔗 De vreemdeling op het zwarte paard glimlachte. |
Dutch | English |
---|---|
karrepaard | ⇆ carthorse |
kar | ⇆ cart; ⇆ car; ⇆ bike |
paard | ⇆ gee‐gee; ⇆ horse; ⇆ knight; ⇆ nag; ⇆ vaulting‐horse |