Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kampeerauto

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(automobiel);
🔗 Ze schonk geen aandacht aan de auto voordat hij stopte.
(légeren)
be encamped
; ;
camp out
;
lie encamped
🔗 Heer Bommel had het plan opgevat om te gaan kamperen en omdat alleen zijn remmend werkt op de geest, terwijl het bovendien prettig is wanneer men sommige werkzaamheden aan anderen kan overlaten, had hij ook Tom Poes uitgenodigd.

DutchEnglish
kampeerauto camper; camper van; motor home
auto auto; automobile; car; motor; motor‐car
kamperen bivouac; camp; camp out; camping; encamp; pitch; tent; be encamped; lie encamped