Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word instijgen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(in een auto stappen; instappen) | get in ; get into a car | |
🔗 Hij gaf het voorbeeld door achter het stuur te springen, en omdat de motor nog aanstond, reed het voertuig al voordat de eigenaar had kunnen instijgen. | ||
(binnen; op; te; van; aan) | ; ; | |
🔗 En zie, daar viel hij in een beerput. | ||
(aan; betreffende; met; naar; omtrent; op; over; van; voor) | ; ; ; ; ; | |
🔗 De jongens verschillen enigszins in lengte. | ||
(bij; gedurende; onder; met; op) | ; | |
🔗 In de afgelopen tien jaar hebben ongeveer tweeduizend arbeiders uit heel Europa aan de tunnel gewerkt. | ||
(oplopen) | ||
🔗 Men beginne met twee‐ of driemaal daags 0,5 mg, en stijge tot een voldoende vermindering van de afscheiding is verkregen. | ||
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | ; go up ; | |
🔗 Het water in de rivier stijgt snel. | ||
(aangroeien; groeien; toenemen) | increase ; | |
🔗 De volgende dag steeg Bonds opwinding. | ||
(bestijgen; klimmen; naar boven gaan; opgaan; opstijgen; rijzen; omhooggaan) | ; ; go up ; | |
🔗 In de stad Jurbarkas steeg het water zelfs ruim acht meter, zodat alle huizen overstroomd werden. | ||
(rijzen) | ; go up ; increase ; | |
🔗 Nog steeds steeg het water. | ||
Dutch | English |
---|---|
in | ⇆ aboard; ⇆ about; ⇆ at; ⇆ for; ⇆ in; ⇆ inside; ⇆ into; ⇆ of; ⇆ on; ⇆ to; ⇆ up; ⇆ within |
stijgen | ⇆ advance; ⇆ appreciate; ⇆ ascend; ⇆ be in the ascendant; ⇆ climb; ⇆ go up; ⇆ increase; ⇆ look up; ⇆ mount; ⇆ mount up; ⇆ rise; ⇆ be on the rise; ⇆ rising; ⇆ be on the upgrade |