Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ijver

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(naarstigheid; vlijt)
diligence
🔗 Na het eten begon heer Bommel vol ijver een oud jachtgeweer schoon te maken.
(ambitie; vuur)
fervour
; ;
🔗 Uw ijver siert u.
be keen
;
be fervent
fervori
(arbeidzaam; naarstig; nijver; vlijtig);
industrious
;
assiduous
🔗 Als tevoren werkten er twee ijverige jongelieden.
(ambitieus; fervent; noest; volijverig; vurig);
fervent
;
keen
(vlijtig);
🔗 Het ging niet goed met de zaak Wouters, hoewel iedereen ijverig zijn best deed.
(naarstig);
avidly
;
zealously
🔗 Glawen vroeg zich af of dit misschien het lot was geweest van de verdwenen toeristen die al te ijverig naar Zonks graf hadden gezocht.
(afgunst; jaloezie; naijver; nijd; wangunst)
envy
(jaloersheid; jaloezie)
jealousy
(afgunst; ijverzucht; jaloezie; nijd; wangunst)
envy

DutchEnglish
ijver⇆ ardency; ⇆ ardour; ⇆ assiduity; ⇆ diligence; ⇆ fervidness; ⇆ fervour; ⇆ forwardness; ⇆ zeal
dienstijver⇆ professional zeal
geloofsijver⇆ religious zeal
godsdienstijver⇆ religious zeal
ijveren⇆ be zealous
ijverig⇆ ardent; ⇆ diligent; ⇆ earnest; ⇆ earnestly; ⇆ industrious; ⇆ industriously; ⇆ keen; ⇆ keenly; ⇆ painstaking; ⇆ studious; ⇆ zealous; ⇆ sedulous; ⇆ strenuous; ⇆ assiduous; ⇆ fervent
ijverzucht⇆ jealousy; ⇆ envy
naijver⇆ envy; ⇆ jealousy; ⇆ emulation