Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word huwelijksleven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(echt; echtverbintenis; huwelijkse staat)
marriage
🔗 Hoezo is mijn huwelijk niet geldig?
marriage
marriage
;
wedding
🔗 Hij had de titel in handen gekregen door een huwelijk, niet door afkomst of op enige andere wijze.
(echt; echtverbintenis)
marriage
(echt; echtverbintenis; verbintenis)
🔗 De uitwerking hiervan op het huwelijk is vaak fataal.
(trouwerij; echtvereniging)
marriage
;
wedding
🔗 Durrell hield zich aan zijn deel van de overeenkomst en sprak de volgende twee dagen met geen woord over het huwelijk.
🔗 Leve de koningin!
🔗 De Russische leider leeft in een andere werkelijkheid.
🔗 Het leven ligt voor je!
🔗 Wees blij dat u nog leeft!
(geraas; kabaal; lawaai; rumoer);
🔗 Van het concert des levens krijgt niemand een program.
🔗 Er zat beslist weinig leven meer in de man.

DutchEnglish
huwelijksleven married life; wedded life
huwelijk alliance; bed; marriage; match; matrimony; wedding; wedlock
leven animation; animus; din; exist; jazz; noise; life; live; living; racket; subsist; vitality