Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word houten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Bij het hek bevond zich een houten schuur.
(beuken)
beechen
🔗 De Kamer der Zuchten was somber en kaal, en slechts voorzien van twee houten banken, een eiken tafel, twee stoelen, en een dienblad met een houde kruik van beukehout en vier beukehouten drinkbekers, waar Casmir aan gehecht was geraakt.
🔗 Hij liep op een eikehouten kast toe en wierp deze uit het raam.
(elze‐; elzen; elzen‐);
of an alder
;
🔗 Daarom kan je beter hout gaan hakken.
(vuren)
🔗 Zijn vuist kwam op het vurehouten tafelblad neer.

DutchEnglish
houten timbered; wooden
houten klaas stick
berkehouten birch; birchen
beukehouten beechen
eikehouten oak; oaken
essehouten ashen
hout wood; timber
vurehouten deal