Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hereboer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(landman; plattelander; boerenkinkel);
countryman
(oprisping);
burp
;
🔗 Aangezien het hoogste paar telt, wint speler 2 met de boeren.
🔗 „Het is een drama”, verzucht boer Henk Nieboer uit Zuidbroek.
(meester; patroon);
🔗 Zeg heer Cizante dat ik belangrijke inlichtingen breng.
(gentleman)
🔗 Laten we dit regelen als heren onder elkander.
🔗 Heer, ik ken u niet.
(koning)
(heerschap; meneer);
gent
;
🔗 Heren, het eten is opgediend.
(troepenmacht; leger);
🔗 Het is niet bezet door een heer van krijgslieden, doch slechts door één man, voor zover wij kunnen nagaan.

DutchEnglish
hereboer gentleman farmer
boer belch; boor; burp; churl; countryman; eructation; farmer; jack; knave; peasant; rustic; yokel
heer army; gent; gentleman; king; laird; liege; lord; master; sovereign; Mr.; host