Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word heffen

Dutch → English
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beuren; ophalen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; omhoogheffen);
(omhoogheffen; opsteken; oplichten; opheffen; optillen)
(breekijzer)
lever
lever
collecting
; ;
round‐up
levy
(beuren; heffen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; opbeuren)
(opsteken; heffen; oplichten; opheffen; optillen)
disband
; ; ;
wipe out
(afbreken; opbreken; ophouden met; staken);
(afschaffen)
(beuren; heffen; ophalen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; hieuwen; opbeuren; omhoogheffen)
elevate
;
heave
; ;
(omhoogheffen; opsteken; heffen; oplichten; optillen)
DutchEnglish
heffenlevy; lift; raise
belasting heffen vanlevy a tax on; levy taxes on
aanheffenintonate; intone; raise; set up; strike up; tune
gewichtheffenweightlifting
hefarmlifting‐bracket
hefboomjack; lever; prize
hefbruglift‐bridge; lifting‐bridge
hefferheaver
heffinglevy; lift; levying
hefhaaklifting‐hook
hefschroefrotor
heftruckfork‐lift truck; lift truck; fork truck; fork‐lift; lifting‐truck
hefvermogenlifting capacity; lifting power
omhoogheffenlift; lift up
opheffenabolish; abrogate; annul; cancel; counteract; counterbalance; counterpoise; discontinue; elevate; erect; extinguish; heave; level up; lift; lift up; negate; neutralize; raise; rear; remove; upheave; upraise; suppress; wash out; do away with; close; adjourn; call off
verheffenelevate; enhance; erect; exalt; extol; lift; lift up; promote; raise; uplift; sublimate