Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word heerszucht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
despotism
(regeren);
🔗 Orander heerst over Cyrena.
despotic
(dictatoriaal);
peremptory
longing
(begeerte; lust; verlangen; wens)
tendency
;
inclination
; ;
bias
(verlangen)
longing
;
hankering
; ;
🔗 Met een zucht hief hij de gitaar op en sloeg moedig een valse toon aan.

DutchEnglish
heerszucht ambition for power; imperiousness; imperious spirit; lust for power
heersen be about; be rife; dominate; domineer; obtain; prevail; reign; rule; be prevalent
heerszuchtig dictatorial; domineering; imperious; peremptory; ambitious for power
zucht desire; lust; sough; waft