Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word haarwortel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
tuft of hair
;
villus
(heur)
🔗 Haar gezicht stond ernstig.
🔗 Het was voor de andere kooplieden om zich de haren uit het hoofd te trekken.
🔗 Uw haar is nu heel kort.
(haren)
🔗 Haar haren waren dof en vuil geworden en lagen verward over haar gezicht en schouders.
(hun)
(radix)
(peen)
🔗 Vier telers en verkopers van wortelen krijgen samen ruim 2,5 miljoen euro boete vanwege ongeoorloofde afspraken over het verdelen van de markt.
;
radix
🔗 Bladeren en wortels ontbreken.

DutchEnglish
haarwortel root of a hair
haar hair; her; its; nap; their
wortel carrot; radical; radix; root