Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gul

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(genereus; kwistig; royaal; scheutig; vrijgevig)
🔗 Hij is niet gul als de euveldaden eenmaal zijn verricht.
(scheutig; royaal; genereus)
generously
malavare
🔗 Hij stopte Tom Poes gul een paar korrels in de hand en nam afscheid.

DutchEnglish
gul boon; frank; frankly; free‐handed; free‐hearted; generous; generously; genial; genially; liberal; liberally; open; open‐handed; open‐hearted
gulheid bounty; generosity; largesse; liberality; open‐handedness; frankness; openness; open‐heartedness; geniality