Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word genootschap

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gezelschap; sociëteit; vereniging)
society
🔗 Het is door een of ander genootschap aangekocht.
(associatie; vereniging)
association
🔗 Het stelt mij teleur dat niet ons voltallige genootschap verschenen is, want wij moeten een kwestie van buitengewoon belang bespreken.
(alliantie; verbond)
🔗 Nooit van mijn leven zal ik weer met Kaa een bondgenootschap sluiten.
(confederatie)
confederation
;
commonwealth
(lid);
🔗 Heeft u dit signaal nog niet opgemerkt onder uw genoten.

DutchEnglish
genootschap association; company; corporation; fellowship; institute; society
bondgenootschap alliance; confederation
deelgenootschap fellowship; partnership
eedgenootschap confederacy
genoot fellow; companion
kerkgenootschap communion; denomination