Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word fluiten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Buiten floot de geüniformeerde portier om een taxi.
(sissen);
whistle
;
whizz
🔗 De wind floot om me heen.
(gefluit; gesis; sissen)
whizz
🔗 Het is het fluiten van de wind!
(fluitje)
whistle
(pijp)
🔗 Toen zette Crovak de fluit aan zijn mond om het stof eruit te blazen.
(smient);
Eurasian widgeon
eŭrazia fajfanaso
(pika)
whistling
🔗 Een schril gefluit kondigde de nadering van de mailboot aan.
(gezang; zingen)
(gesis; sissen; fluiten)
whizz
garden warbler
🔗 Ook tuinfluiter, zwartkop en braamsluiper voelen zich in de grienden thuis.
hiss down

DutchEnglish
fluitengive a whistle; hiss; pipe; play on the flute; play the flute; sing; warble; whistle; whizz
ernaar kunnen fluitenmay whistle for it
je kan ernaar fluitenyou may whistle for it
affluitenwhistle for a foul
fluitfife; flute; pipe; whistle
fluiteendwidgeon; Eurasian widgeon
fluitendpiping; whistling
fluiterwhistler
fluithaaspika; cony
fluitketelwhistling kettle
fluittoonwhistler
gefluithiss; pipe; whistle; whizz; whistling; warbling; singing; hissing; catcalls
nafluitenlet out a wolf‐whistle; let out a cat‐call; whistle
terugfluitenblow the whistle; put a halt to
tuinfluitergarden warbler
uitfluitencatcall; give the bird; hiss; hiss at; hiss down