Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dolgelukkig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gelukzalig; zalig)
blissful
🔗 Weet u, ik geloof dat mevrouw Oliver dolgelukkig is dat ze er gisteravond bij was!
(razend; verwoed; woedend; woest)
frenetic
;
frenzied
;
🔗 Maar zelfs met zijn dolle driestheid slaagde hij er niet in om de rode linie aan het wankelen te brengen.
(dolzinnig; gek; krankzinnig; uitzinnig; waanzinnig); ;
🔗 Dit is toch al te dol!
;
(razend);
rabid
rabia
(fortuinlijk)
fortunately
bonŝance
(fortuinlijk)
(gelukkigerwijs; gelukkigerwijze; gelukkiglijk)
fortunately
;
🔗 Maar gelukkig is de maaltijd gereed.
;
🔗 Kun je hier bij ons niet gelukkig zijn?
;
bonsorta

DutchEnglish
dolgelukkig deliriously happy
dol delirious; frantic; frantically; frenetic; frenzied; harum‐scarum; headlong; hectic; helter‐skelter; keen; mad; madcap; oarlock; rabid; rampageous; spare; thole; wacky; wild; rowlock; red‐hot; whacky
gelukkig auspicious; auspiciously; felicitous; fortunate; fortunately; happily; happy; luckily; lucky; mercifully; successful