Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dierenhandel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beest);
🔗 Wie was de eigenaar van dat dier?
(affaire; koopmanschap; negotie; nering);
commerce
;
trade
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing.
(handeldrijven)
trading
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar?

DutchEnglish
dierenhandel animal trade; pet shop
dier animal; beast; brute; creature
handel business; commerce; trade; trading; traffic