Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word deeg

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(pasta)
dough
;
paste
🔗 Van mij moest hij stroop hebben, van de bakker deeg, en bij jou heeft hij blijkbaar zijn poten laten bestrooien.
rolling pin
; ;
🔗 Ze waren in een ernstig gesprek gewikkeld en sloegen aanvankelijk geen acht op de gesmoorde geluiden die uit de deegtrog opstegen.

DutchEnglish
deeg dough; paste
een koekje van eigen deeg a dose of one’s own medicine; a taste of one’s own medicine
bladerdeeg puff‐paste; puff‐pastry
brooddeeg dough for bread
deegroller rolling‐pin
deegtrog bread trough; kneading‐trough; dough trough
koekdeeg cake paste