Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word de handen van iemand aftrekken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(inhouden)
march off
;
(wegtrekken)
fortiri
(trekken);
(korten);
rebate
; ;
(retireren; zich terugtrekken);
subtract
subtrahi
(afrukken)
toss off
onanigi
🔗 Geef mij uw hand.
handshake
;
grip

DutchEnglish
de handen van iemand aftrekken wash one’s hands of somebody
aftrekken abstract; bate; deduct; defalcate; draw away; draw off; extract; jerk off; pull; pull off; subtract; toss off; tear off; fire; fire off; withdraw; march off; retreat; blow over; pull the trigger; wank
hand hand; mitt