Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word braadpan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kasserol; kastrol)
casserole
🔗 Een half dozijn strikken leverde ten minste drie konijnen op en een van deze drie was stellig wel jong en mals genoeg voor de braadpan.
casserole
(kookpan)
cooking‐pot
🔗 Met een verveeld gebaar nam hij een pan van het vuur en wierp de inhoud het venster uit.
(dakpan)

DutchEnglish
braadpan casserole; Dutch oven; frying‐pan
pan casserole; pan; tile; row