Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word boerenkool
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
kale | ||
(landman; plattelander; boerenkinkel) | ; countryman | |
(oprisping) | ; burp | |
; | ||
🔗 Aangezien het hoogste paar telt, wint speler 2 met de boeren. | ||
🔗 „Het is een drama”, verzucht boer Henk Nieboer uit Zuidbroek. | ||
; | ||
🔗 Nog nooit had men kolen van dergelijke afmetingen gezien en ze hadden vreemde kleuren die niet onder woorden te brengen waren. | ||
(steenkool; kolen) | ||
🔗 Niet alle gesteenten uit het Carboon bevatten kool. | ||
🔗 Op de gloeiende kolen goot de priester een geurige groene vloeistof uit een kristallen flacon. | ||
Dutch | English |
---|---|
boerenkool | ⇆ kale |
boer | ⇆ belch; ⇆ boor; ⇆ burp; ⇆ churl; ⇆ countryman; ⇆ eructation; ⇆ farmer; ⇆ jack; ⇆ knave; ⇆ peasant; ⇆ rustic; ⇆ yokel |
kool | ⇆ cabbage; ⇆ carbon; ⇆ coal; ⇆ cole; ⇆ charcoal |