Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bijgebouw

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
extension
aneksa konstruaĵo
🔗 Ze nam de oliekruik onder haar arm en liep op haar blote voeten over het pad van zand en schelpen terug naar de bijgebouwen aan de achterzijde van de tempel.
(bouw);
structure
(bouwsel; bouwwerk)
🔗 Toen Bond het gebouw verliet, begon het te regenen.

DutchEnglish
bijgebouw annex; outbuilding; outhouse
gebouw building; edifice; erection; fabric; joint; pile; structure